The Streets Are Our Brushes, the Squares Our Palettes

Anke Bangma in gesprek met Ine Lamers en Elian Somers

Long read, The Dialogue Room

Kaliningrad, Border Theories, 2009-2013, Elian Somers

Ine Lamers en Elian Somers delen een fascinatie voor utopische wereldbeelden. Onafhankelijk van elkaar onderzoeken ze wat er van zulke utopieën wordt en overblijft—sociaal, politiek en in de gebouwde omgeving. Vanuit hun gedeelde achtergrond in de fotografie, ontwikkelen ze filmische installaties waarin zich gelaagde verhalen kunnen ontvouwen, vol paradoxen en frictie. Al jaren zijn beide kunstenaars achter de schermen met elkaar in gesprek; recent initieerden ze een gezamenlijke tentoonstelling. Anke Bangma spreekt met hen over gedroomde werelden, de ideale stad en de erfenissen van de Koude Oorlog.

Anke Bangma: Een terugkerend motief dat jullie met elkaar delen is dat van de ideale stad. Kunnen jullie om te beginnen vertellen hoe je dat idee van de ideale stad benadert?

Elian Somers: Ik heb, sinds 2006, het idee van de ideale stad in verschillende projecten onderzocht: in ‘Droom als er ooit een was’ keek ik naar de modernistische stad, en in ‘Border Theories’ naar de socialistische stad. Mijn huidige onderzoek begon in 2015 tijdens een residency bij Air Berlin Alexanderplatz. Vanuit Berlijn als zogenaamde frontlijnstad van de Koude Oorlog, ging ik op zoek naar blauwdrukken voor een ideale stad en hun functie als culturele propaganda in een geopolitieke strijd. De aanleiding was de Russische annexatie van de Krim in 2014, de oprichting van de Euraziatische Unie in 2015 en een artikel dat ik kort daarna in de Volkskrant las over het Project Poetin. Dit omvat een hele serie neppublicaties, die door gerenommeerde Westerse auteurs zouden zijn geschreven.

Ine Lamers: De inzet van literatuur vind ik zo typisch Russisch, dat gebeurde in de tijd van de communistische leiders en met name Stalin ook. Journalist Frank Westerman heeft in ‘Ingenieurs van de ziel’ treffend omschreven hoe literatuur werd ingezet als propaganda en lofzang op megalomane Sovjetprojecten.

ES: Die recente boeken hebben titels als ‘Hoe het Westen verloor van Poetin’, zogenaamd geschreven door Edward Lucas van The Economist, en ‘Niemand behalve Poetin’, zogenaamd geschreven door The Guardian journalist Lucas Harding. Het artikel in de Volkskrant analyseerde hoe culturele productie hier als propagandamiddel wordt ingezet. Dat sloot aan bij wat ik in Berlijn wilde onderzoeken: de manier waarop Oost en West al eerder, tijdens de Koude Oorlog, niet alleen politiek en militair de strijd met elkaar aangingen maar ook middels architectuur en stedenbouw hun invloedssferen wilden vergroten in het tussengebied tussen Oost en West. Dit onderzoek mondde in 2022 uit in twee werken, ‘Ecumenopolis’ en ‘Capital City’.

AB: Waar gaat ‘Ecumenopolis’ over?

ES: Eén van de spelers in die Culturele Koude Oorlog aan de Amerikaanse kant was Constantinos Doxiadis, een invloedrijke Griekse architect en stedenbouwkundige. Naast grote projecten in onder meer Ryiad en Bagdad ontwikkelde Doxiadis in 1960 het masterplan voor de nieuwe hoofdstad van Pakistan, Islamabad. Parallel daaraan ontwikkelde hij een stedenbouwkundige theorie, ekistics, die de basis zou moeten leggen voor een wereldomvattende stad voor de toekomst, Ecumenopolis. Op de steden waar hij wereldwijd in opdracht werkte, probeerde hij zijn missie al uit. Tegelijkertijd zag de Amerikaanse Ford Foundation in ekistics een bruikbaar instrument voor de Culturele Koude Oorlogspolitiek, om er de Westerse ideologie mee te promoten. De Ford Foundation heeft veel van Doxiadis’ projecten gesponsord.

Ik vond niet alleen dit idee van een wereldomvattende toekomststad fascinerend, maar ook het netwerk aan mensen dat Doxiadis om zich heen verzamelde. Van 1963 tot zijn dood in 1975, organiseerde hij elke zomer de Delos Symposia, waarbij hij in totaal meer dan 250 architecten en wetenschappers, die hij de Delians noemde, aan boord van een schip bijeenbracht om samen over de toekomst na te denken. Om je over de stedelijke toekomst te kunnen buigen moest je volgens Doxiadis ook een idee hebben van de stedelijke cultuur uit de Griekse Oudheid. Daarom wilde hij alle betrokkenen daarmee in contact brengen. En dus stond een bezoek aan het eiland en de antieke Griekse stad Delos tijdens deze symposia centraal, waarbij ceremonies werden gehouden en een gezamenlijk manifest, de Delos Declaration, werd getekend. Bij het bestuderen van de deelnemerslijsten van de Delos Symposia herkende ik een aantal namen uit het boek ‘The Cultural Cold War’ van Frances Saunders. In dit boek worden deze personen in verband gebracht met culturele propaganda en Koude Oorlogspolitiek. En soms ook met instanties als de Ford Foundation, de Congress for Cultural Freedom en de CIA. Onder Doxiadis’ Delians vond je futuristische architecten als Buckminster Fuller, sociologen, antropologen, historici, ecologen en andere wetenschappers, maar ook mensen uit de intelligence wereld met een expliciet politieke agenda. Doxiadis’ netwerk kreeg zo voor mij een andere context. Het was allemaal heel dubbel, en dat was Doxiadis’ praktijk eigenlijk ook.

Ecumenopolis, A Stone from the Moon, 2015-2022, Elian Somers
Kaliningrad, Border Theories, 2009-2013, Elian Somers

AB: Kan je meer vertellen over zijn stedenbouwkundige theorie?

ES: Doxiadis noemde zijn theorie Ekistics’ of ‘the science of human settlements’, een wetenschap voor de gebouwde wereld. ‘Ecumena’ betekent ‘bewoonde wereld’. Vanuit allerlei disciplines werd binnen deze theorie een stedelijk systeem bestudeerd dat uit vijf ekistische elementen bestond: mens, maatschappij, natuur, bebouwing en netwerken. Dit systeem was weer opgebouwd uit steeds grotere ekistische units—van de mens, tot de huiskamer, het huis, het dorp, tot je uiteindelijk uitkwam bij niveau vijftien, Ecumenopolis, de stad voor de hele wereld, die in één scenario 20 miljard mensen zou beslaan en in een ander scenario zelfs 50 miljard. Al die verschillende schaalniveaus probeerde hij in zijn theorie bij elkaar te brengen.

IL: En organisch aan elkaar te verbinden?

ES: Ja, met de bedoeling alle relevantie dimensies hierin mee te nemen: economische en sociale structuren, maar ook het klimaat, want hij was hierin zijn tijd vooruit en dacht bijvoorbeeld al over luchtvervuiling en andere klimaatvraagstukken die nu urgent zijn. Tegelijkertijd liet hij de culturele en politieke dimensies van zijn plan grotendeels buiten beschouwing, terwijl die beangstigend zijn en niet te overzien. Als je van de hele wereld één stad wilt maken, maar je leeft in de werkelijkheid van de sterk verdeelde wereld van de Koude Oorlog, wat betekent dat dan in de praktijk? Tijdens het bestuderen van zijn theorieën kwam al snel de vraag bij mij op in hoeverre Doxiadis een poging deed het Westerse ideaalbeeld op de hele planeet te projecteren. Was Ecumenopolis naast een progressief plan van wereldverbetering op het vlak van klimaat, sociale ongelijkheid etc., ook een cultureel instrument in Koude Oorlogspolitiek? Daarbij heeft hij zelf trouwens nooit expliciet beweerd dat de Delians met hem aan Ecumenopolis werkten—die connectie heb ik gemaakt.

IL: Maar hij was wel degene die hen bij elkaar bracht. Misschien was er juist meer ruimte om vrij te denken en input te verzamelen door hen niet expliciet de opdracht te geven Ecumenopolis te ontwerpen?

Ecumenopolis, A Stone from the Moon (film still), 2015-2022, Elian Somers
Ecumenopolis, A Stone from the Moon (film still), 2015-2022, Elian Somers
Ecumenopolis, A Stone from the Moon (film still), 2015-2022, Elian Somers
Ecumenopolis, A Stone from the Moon (film still), 2015-2022, Elian Somers

AB: Ine, hoe benader jij de ideale stad?

IL: Ik kom er eigenlijk steeds meer achter dat mijn langlopende onderzoek naar de ideale stad of de utopie een heel persoonlijk project is. Toen ik voor het eerst hoorde van een geheime gesloten stad in Siberië, die in de jaren ’50 als een socialistische modelstad is gebouwd, sloot dat aan bij een verlangen dat als onderstroom aanwezig was in al mijn projecten tot dan toe. Al sinds 2001 reis ik voor foto- en videoprojecten naar Rusland en Oost-Europa. Tijdens langdurige werkverblijven onderzoek ik de sporen van het socialisme, in de gebouwde omgeving, de cultuur, de sociale structuren, en in de hoofden van de mensen. Ik ben gedreven door het idee dat de Russische Revolutie, en vooral het deel ervan waarbij zich ook de Avant-garde kunstenaars aansloten, nog moet resoneren in het heden. In de 20 jaren van onderzoek werd steeds duidelijker dat het socialistische Rusland is als een ‘unborn society’, zoals dichter Dmitry Bykov over de Russische Revolutie stelt. Alleen in de mensen vond ik af en toe restanten van collectiviteit, en een melancholie over die verloren gezamenlijkheid. Markant is ook hoe je in contact met Russische mensen deelgenoot wordt van het idee dat er meer is in de wereld dan dingen die geld waard zijn, wat ook wel de spiritualiteit van Rusland of ‘de Russische ziel’ wordt genoemd. Van die beladen term wil ik eigenlijk ver blijven. Maar ik durf te bekennen dat ik hierin iets herkende en dat dit een gevoel van ‘thuiskomen’ teweegbracht, op een vergelijkbare manier zoals ik ook in de Russische literatuur en filosofie dat ‘thuiskomen’ kan voelen.

Als ik terugkijk, zie ik dat ik me in mijn eerste projecten vooral richtte op die melancholie en het schrijnende gevoel van verlies. In mijn film ‘Ustala’ uit 2009, die zich afspeelt in de voormalige modelstad Tolyatti, verbeeld ik bijvoorbeeld hoe mensen moe zijn van het wachten op de terugkeer van de heilstaat. En ‘MOLDOVA’ uit 2004, een fotoserie over billboards in de hoofdstad van Moldavië, Chisinau, laat zien dat het socialisme heeft gecapituleerd. De helverlichte billboards en vormen de enige lichtbronnen in de duistere stad die haar elektriciteit heeft moeten verkopen aan een Spaanse projectontwikkelaar. Zij koloniseren de stad met schreeuwerige reclameboodschappen, terwijl iedereen er fluistert. Ik filmde en fotografeerde ook in latere projecten dystopische scenes en werkte veel samen met lokale (amateur)acteurs musici en schrijvers. Maar op het moment dat ik van die gesloten modelstad in de Siberische taiga hoorde, kreeg ik opnieuw de hoop dat er misschien ergens iets van het socialistische ideaal te vinden is, of was, iets dat beschermd was gebleven.

Cartera Imaging Archive, Ine Lamers

Zheleznogorsk is een van de laatste 12 nog altijd gesloten steden in Rusland. De stad werd in de jaren 50, tijdens de Koude Oorlog gebouwd. Met de beste architecten werd een buitenissig stedenbouwkundig plan gerealiseerd: een ideale socialistische stad met brede boulevards, een artificieel meer in het centrum, vele parken. De stad voorzag in de beste scholen, het beste sociaal plan en in een hoofdrol voor kunst met gratis bioscopen, theaters en een groot cultuurpaleis. Het was een stad van science and labour: ze herbergde een wetenschappelijke elite, gerekruteerd om onderzoek te doen naar de nieuwste technologie, ruimtevaart-experimenten en satellietontwikkeling. Er verschenen in die tijd sciencefictionachtige verhalen over de fantastische technologische mogelijkheden die in deze stad werkelijkheid zouden zijn. Deze utopie aan de Yenisei rivier was bedoeld als ideologische activator. Voor wie er mocht wonen hield het de belofte in van verwerkelijking het socialistische ideaal. Tegelijkertijd werd de stad van de rest van Rusland afgesloten. Je kunt er, ook nu nog, alleen in met een toegangspas. Het officiële verhaal is dat de inwoners per referendum besloten hun stad gesloten te houden. Inofficiële bronnen spreken van geheime onderzoeken, waarom deze stad nooit open zal kunnen gaan. En dat doet zich in deze tijd natuurlijk als extra werkelijk voor.

Want je kunt ook anders naar deze stad kijken. Zheleznogorsk werd gebouwd rondom een geheime militaire basis, om de kernmacht van het Sovjetimperium te versterken. Drie kernreactoren voor de productie van plutonium werden ondergronds geplaatst in het Ataman bergmassief, en vormden een nucleaire grot. De Yenisei zorgde voor koelwater. De stad was staatsgeheim. Naast Rusland bestonden tijdens de Koude Oorlog overigens ook in Amerika zulke gesloten ‘atom cities’ waar mensen het goed hadden. Over die gesloten communities schreef Kathryn Brown het illustere ‘Plutopia’. Eén van de redenen waarom mensen uit volle overtuiging naar Zheleznogorsk trokken, was om de Sovjetunie te verdedigen tegen de atoomraketten die Amerika op Rusland had gericht. Er zijn ook verhalen dat de stad razendsnel is gerealiseerd uit paniek over deze dreiging. Dat de stad onder gruwelijke omstandigheden is gebouwd, door gevangenen uit de goelags die ook de ondergrondse ruimtes moesten uitgraven, 300 meter diep uit het graniet.

Footnotes:
Kathryn L. Brown, ‘Plutopia: Nuclear Families, Atomic Cities, and the Great Sovjet and American Plutonium Disasters. Oxford University Press, 2013.

C.A. Doxiadis and J.G. Papaioannou, ‘Ecumenopolis; The Inevitable City of the Future’. New York: Norton, 1974.

Francis Stonor Saunders, ‘The Cultural Cold War: The CIA and the World of Arts and Letters’. New York: The New Press, 2013.

Frank Westerman, ‘Ingenieurs van de ziel’. Amsterdam: Singel Uitgeverijen, 2014.